De overheid en de brancheorganisaties ontmoeten elkaar in een regiegroep en de experts op de diverse deelgebieden komen samen in werkgroepen. Vanuit het Zorginstituut is er een projectorganisatie opgezet om dit proces in goede banen te leiden.

Projectorganisatie

Het Zorginstituut heeft een projectorganisatie opgezet om de nieuwe taken binnen het Zorginstituut te implementeren. Eén van de taken van deze projectorganisatie is het zorgdragen voor een structurele inbedding in het Zorginstituut.

Verder ondersteunt en faciliteert het Zorginstituut de werkgroepen en legt ze uitkomsten van de werkgroepen voor aan de regiegroep. Binnen elke werkgroep is een contactpersoon benoemd vanuit het Zorginstituut, die ook namens het Zorginstituut deelneemt aan de werkgroepen. De eindverantwoordelijkheid over de inhoud van de Horizonscan ligt bij het Zorginstituut. Het Zorginstituut toetst of de processen zorgvuldig zijn doorlopen en of de inschatting deskundig tot stand is gekomen. Ook neemt het Zorginstituut de bekrachtiging van de regiegroep mee in haar afweging. Op basis van deze toets en afweging legt het Zorginstituut de inhoud van de Horizonscan Geneesmiddelen vast.

Opdracht VWS

Per brief van 29 november 2016 heeft het ministerie van VWS het Zorginstituut de opdracht gegeven het beheer en de verdere doorontwikkeling van de Horizonscan Geneesmiddelen vanaf begin 2017 op zich te nemen. Dit sluit volgens het ministerie van VWS goed aan bij de bestaande taken van het Zorginstituut en contacten met relevante partijen. De Horizonscan Geneesmiddelen komt immers tot stand in samenwerking met zorgaanbieders, beroepsgroepen, (ziekenhuis)apothekers, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen.

Het Zorginstituut is vanaf 1 januari 2017 de beheerder van de Horizonscan. Ook is het Zorginstituut verantwoordelijk voor het scannen van diverse internationale bronnen om zo de ontwikkelingen omtrent de geneesmiddelen te monitoren. Het Zorginstituut stelt op basis van beschikbare bronnen een basislijst op met de gegevens die in kaart moeten worden gebracht. Deze lijst wordt ter reflectie/aanvulling en correctie aan betrokken partijen met relevante inhoudelijke expertise, vertegenwoordigd in werkgroepen, voorgelegd. De uitkomsten van de werkgroepen wordt door het Zorginstituut verwerkt. Het eindproduct wordt besproken met de regiegroep bestaande uit de betrokken brancheorganisaties.

De Horizonscan Geneesmiddelen komt dus tot stand in samenwerking met partijen. Het eindresultaat is dan ook een gezamenlijk product met het veld. Het Zorginstituut heeft echter als beheerpartij een prominente rol in het gehele proces. VWS heeft het Zorginstituut de volgende opdracht gegeven:

  • het ondersteunen en faciliteren van de werkgroepen zodat zij zich kunnen richten op het signaleren en analyseren van de ontwikkelingen omtrent geneesmiddelen op het betreffende deelgebied; het samenstellen van een basislijst waarop partijen, vertegenwoordigd in de werkgroepen, verder kunnen reflecteren en deze aanvullen en corrigeren. Hiervoor dient op basis van beschikbare bronnen gescand te worden welke nieuwe geneesmiddelen en uitbreidingen van indicaties van bestaande geneesmiddelen eraan komen;
  • het zorgdragen voor het proces omtrent de samenstelling van de werkgroepen;
  • het verwerken van de output van de werkgroepen in één totaalbestand (de horizonscan);
  • het voorleggen van de horizonscan aan de regiegroep ter vaststelling. Het Zorginstituut verzorgt het secretariaat van de regiegroep;
  • het beheren en minimaal halfjaarlijks publiceren van de vastgestelde horizonscan.
  • Het Zorginstituut heeft ten behoeve van de uitoefening van deze taken een uitvoeringstoets opgesteld en deze voorgelegd aan het ministerie van VWS. Eind maart 2017 heeft de minister hier een akkoord op gegeven.

Regiegroep

De partijen van het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg hebben met elkaar afgesproken dat samengewerkt gaat worden bij het opzetten van de Horizonscan Geneesmiddelen. Deze afspraken zijn vastgelegd bij brief van de minister aan de Tweede Kamer van 29 januari 2016 in het ‘integraal pakket aan maatregelen ter borging van betaalbaarheid en toegankelijkheid van dure geneesmiddelen’. Deze partijen vormen de regiegroep Horizonscan Geneesmiddelen. Het Zorginstituut legt de inhoud van de Horizonscan voor aan de regiegroep met het verzoek deze te bekrachtigen.

De regiegroep bestaat uit vertegenwoordigers van de volgende partijen:

  • Federatie Medisch Specialisten (FMS) 

  • Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS)
  • Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)
  • Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
  • Patiëntenfederatie Nederland (PN)
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)
  • Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN)
  • Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut)
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Met het bekrachtigen van de Horizonscan onderschrijven deze partijen dat zij de Horizonscan als de beste mogelijke inschatting zien voor de aanstaande ontwikkelingen omtrent de geneesmiddelen op genoemde gebieden. Het Zorginstituut toetst of de processen zorgvuldig zijn doorlopen en of de inschatting deskundig tot stand is gekomen. Ook neemt het Zorginstituut de bekrachtiging van de regiegroep mee in haar afweging. Op basis van deze toets en afweging legt het Zorginstituut de inhoud van de Horizonscan Geneesmiddelen vast.

Projectorganisatie

Het Zorginstituut heeft een projectorganisatie opgezet om de nieuwe taken binnen het Zorginstituut te implementeren. Eén van de taken van deze projectorganisatie is het zorgdragen voor een structurele inbedding in het Zorginstituut.

Verder ondersteunt en faciliteert het Zorginstituut de werkgroepen en legt ze uitkomsten van de werkgroepen voor aan de regiegroep. Binnen elke werkgroep is een contactpersoon benoemd vanuit het Zorginstituut, die ook namens het Zorginstituut deelneemt aan de werkgroepen. De eindverantwoordelijkheid over de inhoud van de Horizonscan ligt bij het Zorginstituut. Het Zorginstituut toetst of de processen zorgvuldig zijn doorlopen en of de inschatting deskundig tot stand is gekomen. Ook neemt het Zorginstituut de bekrachtiging van de regiegroep mee in haar afweging. Op basis van deze toets en afweging legt het Zorginstituut de inhoud van de Horizonscan Geneesmiddelen vast.

Planning

Het Zorginstituut heeft voor de uitrol van de Horizonscan Geneesmiddelen op hoofdlijnen de volgende planning vastgesteld.

Fase A: Voorbereiding (januari - maart 2017)

  • Opstellen uitvoeringstoets
  • Evaluatie pilots
  • Bemensing werkgroepen
  • Inrichting regiegroep
  • Opzet governance
  • Jaarplanning
  • Tijdelijk website

Fase B: Uitrol (april - juli 2017)

  • Eerste werkgroepbijeenkomsten
  • Publicatie Horizonscan Geneesmiddelen (uitreksel)
  • Overdracht database vanuit VWS
  • Inbedding scannen
  • Evaluatie

Fase C: Verankering (augustus - december 2017)

  • Procesverbeteringen (n.a.v. evaluatie)
  • Definitieve website en database
  • Publicatie Horizonscan Geneesmiddelen (vanuit database)
  • Onderzoek uitbreiding Horizonscan Geneesmiddelen (generiek & patentverloop)

Rol industrie

De farmaceutische industrie wordt in staat gesteld aan de voorzijde van het proces input te leveren. De farmaceutische industrie maakt zelf geen onderdeel uit van de werkgroepen. Voor bepaalde informatie, zoals de verwachte lijstprijzen en introductiedatum, is informatie vanuit de industrie het meest aangewezen. Dat betekent wel dat er een bereidheid moet zijn deze informatie voor genoemde doeleinden en binnen de vastgestelde kaders te delen. De werkgroep beoordeelt eventuele input vanuit de farmaceutische industrie op het betreffende domein. De werkgroep is niet gehouden deze input over te nemen of deze van een reactie te voorzien. Het Zorginstituut kan de door een fabrikant aangeleverde informatie openbaar maken in de Horizonscan.

Internationaal

Het ministerie van VWS is in Europees verband in gesprek over gezamenlijke inspanningen rond horizon scanning. Zo zal in het samenwerkingsverband tussen Nederiand, België̈, Luxemburg en Oostenrijk (en mogelijk in breder Europees verband) worden gewerkt aan een gezamenlijke database. Ook in het EuNeHTA-verband wordt hieraan aandacht besteed. Vanwege de voortrekkersrol die Nederland op dit onderwerp heeft, zal de Nederlandse wijze van opereren waarschijnlijk (mede vanwege de openbaarheid van de data) een belangrijke rol spelen in de internationale discussie. Het doel is de nationale en internationale ontwikkelingen zo veel mogelijk te convergeren. De Europese samenwerking zal zich waarschijnlijk vooral focussen op het gezamenlijk bijeenbrengen van het basismateriaal. Op termijn zou een gezamenlijk Europese database dus de basis kunnen vormen voor de Horizonscan Geneesmiddelen. De Europese databases wordt dan de bron voor het samenstellen van de basislijst, waarop de partijen die vertegenwoordigd zijn in de werkgroepen verder kunnen reflecteren, aanvullen en corrigeren.